Voor veel mensen heeft God iets van tijdelijkheid gekregen. Hij is in een lichaam verschenen, begrensd door de geboorte in Bethlehem en de dood op Golgotha. Dat geeft de indruk dat het goddelijke met tijdelijkheid te maken heeft. Maar in de oermens moet er een oergodsbesef zijn geweest, een besef dat volledig buiten het denken, de taal en het woord om beleefd werd. Er was toen geen religie, dat hoefde niet.